08 mei De razzia van januari 1945
Na de grote razzia van november 1944 vonden begin 1945 in Rotterdam ook nog kleine razzia’s plaats. Maurice Laarman bezoekt, door zijn interesse voor de Tweede Wereldoorlog, plaatsen waar in de oorlog “iets” gebeurde. Tijdens een van die reizen komt hij in Dortmund terecht en maakt contact met de “Eisenbahnfreunde Schwerte”. Van hen krijgt hij een aantal boeken, waaronder een Duitstalig boekje met de belevenissen van een Rotterdamse jongen. Het boek heet “Ordnung muβ sein” en is geschreven door Gosse Mol; voor hij wordt afgevoerd woont hij aan de Hilledijk.
Maurice: “Het boek begint met de constatering dat vier maanden vóór de capitulatie nog duizenden mannen tussen de 16 en 60 tijdens een razzia werden opgepakt. In eerste instantie kwam de gedachte op dat Gosse zich vergiste en doelde op de razzia van november 1944. Maar nee, de opgepakte mannen vertrokken op 9 januari 1945. Het verbaasde me vanwege het idee dat er na de grote razzia geen duizenden mannen meer “over” waren in Rotterdam. Maar de razzia van januari 1945 is wel degelijk terug te vinden in naslagwerken, zoals bijvoorbeeld in het boek “Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog” van J.L. Van der Pauw.
Liese Aktion
Na de razzia in november 1944 waren er nog slechts circa 20.000 mannen tussen de 17 en 40 jaar in Rotterdam “over”. Doordat Duitsland in een snel tempo veel mankracht verloor aan het front en door geallieerde bombardementen, werd het tekort aan arbeidskrachten steeds nijpender. Om mankracht voor arbeidsinzet te vinden, werd de “Liese Aktion” onder leiding van de naar Nederland overgebrachte Herman Liese, operationeel. Het ging inmiddels niet langer om weerbare mannen, maar het opvullen van het tekort aan arbeiders in alle sectoren.
Eind december 1944 verscheen in de kranten en op aanplakbiljetten een bekendmaking met de volgende tekst: Alle mannelijke Nederlanders en staatloozen behoorende tot de lichtingen 1905 tot en met 1928, die thans hun woonplaats of vaste verblijfplaats hebben in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht, zijn verplicht te werken in het kader van den arbeidsinzet.
Er waren uitzonderingen voor bepaalde sectoren. Degenen die daarvoor in aanmerkingen meenden te komen, werden opgeroepen om na registratie een vrijstelling aan te vragen.
Men wist ook precies hoe men een gevoelige snaar moest raken in het hongerende Rotterdam: In geval van inschakeling in den arbeidsinzet wordt de verzorging van de tewerkgestelde personen alsmede van hunne gezinsleden, in ruim voldoende mate gewaarborgd. Wie niet meewerkte of mensen hielp onderduiken, kon een gevangenisstraf krijgen en zijn woning met alles erin en erop zou verbeurd worden verklaard.
Ondanks deze oproep was de animo over het geheel genomen niet groot. Er was verzet van alle kanten en weinigen meldden zich. Dat was aanleiding voor de Duitsers om kleinere razzia’s en straatrazzia’s te houden.
Repareren van locomotieven
Foto: Het Reichsausbesserungswerk Schwerte met onder de rand van het dak, nog zichtbare schade van geallieerde beschietingen.
Gosse Mol beschrijft in zijn boek dat geallieerde jachttoestellen wachtten totdat een gerepareerde locomotief naar buiten kwam en die vervolgens beschoten. De treinen die buiten stonden en al beschadigd of compleet afgeschreven waren, werden niet aangevallen. Van zulke luchtaanvallen zijn er nog sporen te zien op de gevel van dit gebouw. Doordat de gebouwen inmiddels een monumentenstatus hebben en opnieuw worden gebruikt, kan de geschiedenis voortleven.
Na een lange reis in goederenwagons, kwam hij op 12 januari 1945 aan bij het Reichsausbesserungswerk (RAW) Schwerte. Hij werd ondergebracht in een van de vele barakken op het grote complex. Deze zaten vol met krijgsgevangenen en met circa 1.700 tewerkgestelden uit voornamelijk Frankrijk, Italië en Nederland. Daarnaast was er ook een “Außenlager” van het concentratiekamp Buchenwald, waarin op een gegeven moment 708 mensen in gevangenschap moesten werken.
Het werk bestond uit twaalf uur per dag repareren van locomotieven. Het was zwaar werk en niet zonder gevaar. Beschermende kleding of goed gereedschap was er amper. Het eten was karig en de omstandigheden dramatisch.
“Räder müssen rollen für den Sieg!” was het motto van een Duitse propagandacampagne in 1942. Maar wielen van treinen laten draaien was in 1945 een grote uitdaging. Steeds meer treinen werden beschoten door geallieerde jachtvliegtuigen, of raakten beschadigd bij bombardementen. In het RAW werden ze dan gerepareerd door honderden dwangarbeiders.
Maurice Laarman: “Ik kan mij blijven verbazen over de duivelse ironie daarvan: je bezet een land, zuigt het compleet leeg en stelt de afgevoerde arbeiders in dienst van je eigen oorlogsinspanningen. Dat stelt je in staat diezelfde bezetting vol te houden. Vervolgens worden die afgevoerde mannen tewerkgesteld op strategische locaties, die logische en veelvuldige doelwitten zijn voor de geallieerde luchtmacht.”
De blijdschap die men in Rotterdam had bij het zien van de overvliegende bommenwerpers richting Duitsland, was natuurlijk afwezig aan de kant waar de bommen terechtkwamen. En natuurlijk werden de bommenwerpers steeds meer een angst voor de Rotterdammers, ze wisten immers waar hun man, zoon of broer was. Na een avontuurlijke terugreis kwam Gosse Mol in juni 1945 weer terug in Rotterdam, bij zijn familie op de Hilledijk.
Laarman vervolgt: “Met dit verhaal wilde ik laten zien dat er nog op veel plekken sporen te vinden zijn van de Rotterdamse dwangarbeiders en van de locaties waar ze gedwongen werden tewerkgesteld. Het waren fragmenten uit de belevenissen van één van de vele afgevoerde stadsgenoten. Zolang we de dieptepunten in onze geschiedenis herinneren en doorvertellen, kunnen we daaruit lessen trekken en het beter doen.
Het boekje “Ordnung muβ sein”, is lastig te verkrijgen. Soms is het op een Duitse boekensite zoals zvab.com of buchfreund.de nog wel te vinden. Voor wie meer wil lezen, zie onderstaande bronnen:
- Boek: Rotterdam In De Tweede Wereldoorlog – J.L. Van der Pauw, 2011
- Website (in Duits) over dwangarbeiders in Schwerte (D)