Razziaherdenking 2023 - Razzia Monument Rotterdam
2582
post-template-default,single,single-post,postid-2582,single-format-standard,bridge-core-3.0.9,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_grid_1300,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-29.7,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.13.0,vc_responsive

Razziaherdenking 2023

Razziaherdenking 2023

Voorafgaand aan de onthulling vond op 10 november 2023 de jaarlijkse razziaherdenking plaats. In tegenstelling tot eerdere edities werd deze niet gehouden in Stadion Feyenoord, maar aan boord van de James Cook van Koninklijke Spido Rotterdam. Voor deze gelegenheid was het schip afgemeerd aan de Parkkade.

Onder de aanwezigen waren twaalf razzia-veteranen, waarvan de jongste inmiddels 96 jaar en de oudste 100 jaar oud. Tijdens de razzia waren zij tussen de 17 en 21 jaar. Samen met een groep ooggetuigen van destijds behoren zij tot de laatsten die de verschrikkingen en de gevolgen hebben meegemaakt. Daarnaast waren aanwezig hun familieleden, vrijwilligers van Stichting Razzia Monument Rotterdam, en diverse direct bij de realisatie van het monument betrokkenen. De aanwezigen werden welkom geheten door ceremoniemeester Peter van Druten.

Als eerste spreker kwam burgemeester Aboutaleb aan het woord. Hij zei onder meer dat Rotterdam een monument rijker is, dat nog altijd ontbrak. Deel twee in een tweeluik. Niet ver van het centrum dat destijds door het grote bombardement van mei 1940 werd geraakt. Bij de razzia in november 1944 werd Rotterdam voor de tweede maal in de ziel getroffen. En daarbij werd ook Schiedam geslachtofferd. Beide steden werden overrompeld door de grootste razzia die ons land in de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt.

Vervolgens sprak de Commissaris van de Koning in Zuid Holland, Jaap Smit. Zijn grootvader sprak nooit over de oorlog, maar op een avond besloot de toen ongeveer 22-jarige Smit niet te vertrekken voordat hij het verhaal te horen kreeg. “Dat was een overlevingsverhaal van iemand die niet wist wat hem overkwam en daar moest doen wat hem opgedragen werd. Hij is lopend en deels fietsend teruggekomen en stond uiteindelijk half 1945 weer voor de deur.” Dit verhaal maakte een enorme indruk op Smit. “Je moet je voorstellen dat je van de straat geplukt wordt door iemand die jouw lot in zijn handen neemt en bepaalt wat jij gaat doen. Ik kan me dat niet voorstellen.

Na een moment van stilte en het trompetsignaal van de Marinierskapel volgt een gedicht van dichteres en kunstenaar Elly Stolwijk, “Het is te laat maar nooit te laat”. Dit gedicht beschrijft op treffende wijze de sfeer van de razzia, de vreselijke ervaringen, de terugkeer en de komst van het monument. Klik voor het gedicht en de illustratie daarbij.

Tot slot komt René Versluis aan het woord. Hij haalt daarbij aan hoe, bij de herdenking van 2019, het initiatief voor het Razzia Monument Rotterdam tot stand kwam. Al snel werd vastgesteld, dat het een monument zou moeten worden voor alle slachtoffers, dus ook voor de achterblijvers en de onderduikers. Een ander aspect was om de onthulling zo snel als mogelijk te laten plaatsvinden. Alleen dan zouden nog zo veel mogelijk directe slachtoffers, inmiddels op zeer hoge leeftijd, en ooggetuigen deze nog kunnen meemaken. Elk moment van plaatsing is helaas voor hen die ons reeds zijn ontvallen, te laat. Ondanks dat komt het monument toch niet te laat. Het initiatief maakt veel los, ook bij de nabestaanden die vaak nog met veel vraagtekens zitten bij het oorlogsverleden van hun ouders.

De verhalen van destijds zijn een belangrijke bron voor diverse activiteiten die rond de onthulling plaatsvinden. Daarbij worden ook de jongere generaties bereikt en betrokken. Het monument geeft voor alle generaties een krachtig signaal om de herinnering te borgen.

Foto’s: Bill de Kimpe