06 aug Vader en schoonvader beiden dwangarbeider
Janny Verhoeven-Adriaanse is dochter en schoondochter van twee slachtoffers van de razzia in november 1944. Zij vertelt ons hun lotgevallen. Janny trouwt na de oorlog met de zoon van Jan Verhoeven, hij wordt net als haar eigen vader als dwangarbeider naar Duitsland afgevoerd. Haar eigen vader keert na de oorlog terug, maar haar schoonvader is bij een bombardement om het leven gekomen.–
–
Foto: Janny Verhoeven in gesprek met Susan van der Schoor (Razzia Monument Rotterdam).
Drie generaties de dupe
Janny Verhoeven vertelt, samen met dochter Hetty, haar verhaal aan Susan van der Schoor en Harry van Huut van Razzia Monument Rotterdam. Daarbij geven zij aan dat ook de volgende generatie, de zoon van Hetty, geïnteresseerd is in de verhalen en ervaringen van opa.
Janny’s vader, Henk Adriaanse, was aan het werk in zijn juweliers- en horlogewinkel aan de Goudscheweg 54a, toen op 14 mei 1940 de bommen vielen op het centrum van Rotterdam. Met zijn gezin bracht hij het er levend vanaf, maar hun huis, de winkel, hun kleding en alle persoonlijke spullen werden vernietigd. Henk keert enkele dagen na het bombardement terug naar die plek. Slechts enkele verbrande en geplette horlogekastjes vond hij terug en nam hij mee. Adriaanse en zijn vrouw waren eigenlijk geboren Schiedammers. Na hun trouwen in 1937, gingen zij in Rotterdam wonen en werken. Na het bombardement keerden zij terug naar Schiedam, waar ze snel een huis kregen. Daar ging Henk toen ook verder met zijn bedrijf.
Foto: Janny Verhoeven bekijkt het plakboek met dochter Hetty.
Razzia november 1944
Tijdens de razzia, was Henk Adriaanse aan het werk en hield zich verborgen in zijn atelier. Pas ’s avonds durfde hij weer naar boven, maar helaas werd er aangebeld. Dat bleken drie officieren te zijn, die echter bij het verkeerde huis aanbelden. Hoewel zij voor de bovenburen kwamen, twee zussen, die Duitse officieren ontvingen, werd Adriaanse toch opgepakt. “Zo werd mijn vader afgevoerd door soldaten terwijl hun officieren boven hun pleziertje hadden”, vertelt Janny. Henk Adriaanse werd meegenomen naar het Marconiplein in Rotterdam. Daar trof hij zijn buurman, Sjaak Vleeskens, aan. Tijdens de reis met onbekende bestemming bleven zij bij elkaar. In een veewagon, met slechts een stuk brood, een ton met water en een ton voor de behoeften. De reis duurde een week en was moeilijk en gevaarlijk. De eindbestemming was Schönhausen an der Elbe waar zij in een kamp werden ondergebracht. De volgende dag was het: ’”Antreten, Name und Beruf” en toen kregen zij hun plaatsen aangewezen.
Foto: Persoonsbewijs van Henk Adriaanse.
Werken aan spoor en horloges
De groep Schiedammers met Henk en Sjaak, moest aan de spoorweg werken. “Daar is weinig van terecht gekomen, ze speelden de domme Hollander of saboteerden de boel. En de Engelse vliegtuigen hielpen mee met hun bombardementen”, aldus Janny. Zij heeft een dikke map met alle papieren, formulieren, foto’s en verklaringen van haar vaders ervaringen in nazi-Duitsland. Ze kan haar verhaal dus ook aan de hand van beelden vertellen.
Vader Adriaanse had weinig zin in de kou, de nattigheid en het gevaar van de bombardementen en had het “geluk” dat zijn horloge kapot ging. Hij vroeg toestemming om in het dorp een horlogemaker te zoeken. “De oude horlogemaker vertelde dat hij het niet meer kon vanwege zijn slechte ogen. Mijn vader vertelde hem dat hij “Uhrmacher” was en vroeg of hij zelf zijn horloge mocht repareren. Vervolgens mocht hij in zijn vrije uren, naast zijn dwangarbeid, in de winkel werken. De kampcommandant had ook een kapot horloge en toen vertelde de horlogemaker dat er een Hollander in het kamp zat die horloges kon repareren. Vervolgens werd mijn vader bij de horlogemaker ingekwartierd. Zijn zonen vochten aan het oostfront. Samen met de oude man heeft Henk de zaak weer op poten gezet en daarbij vooral dikke Duitse boeren een poot uitgedraaid. Vanaf dat moment kreeg hij goed te eten, betaald door de klanten. Voortaan kon hij elke dag vlees en kip meenemen naar het kamp waar zijn buurman, Sjaak Vleeskens, voor een eerlijke verdeling zorgde”.
Gevlucht
In het voorjaar van 1945 komen de Russische legers steeds dichterbij. Toen Henk Adriaanse en Sjaak Vleeskens dat hoorden, vluchtten zij ’s nachts en hebben drie weken gezworven tot zij aan de Elbe Amerikanen aantroffen. Die zorgden voor behandeling van hun voetwonden. Die waren ontstaan door het vele en lange lopen. Daarna werden beide mannen op transport gezet naar Nederland. Daar was inmiddels de oorlog ook voorbij.
Gebombardeerd
Janny vertelt verder, dat zij na de oorlog trouwt met de zoon van Jan Verhoeven. Ook hij is bij de razzia als dwangarbeider naar Duitsland afgevoerd en wordt daarna tewerkgesteld bij de Bayer Fabrieken. Helaas komt Jan Verhoeven in Duitsland op 28 december 1944 om het leven, tijdens een bombardement op Leverkusen. De Duitsers schuilden toen in bunkers, maar dwangarbeiders kregen daar geen toegang.
De man van Janny heeft zijn eigen vader Jan dus niet gekend, want hij werd geboren op 19 juli 1944. Toen zijn vader overleed, was hij pas vijf maanden oud.
.
Foto: Jan Verhoeven, schoonvader van Janny.
Verhalen levend houden
Susan en Harry konden nog uren luisteren naar de verhalen en kijken naar de originele documenten en foto’s, maar helaas moesten zij weer verder. Zolang de verhalen van de razzia worden verteld en doorgegeven, blijven de slachtoffers in zekere zin in leven. Vrijwilligers van de stichting Razzia Monument Rotterdam willen graag hieraan bijdragen, zodat ook jongeren hier kennis van kunnen nemen. Heeft u ook een verhaal over de razzia, laat het ons weten.